
PEDE NO.50 | 70x80 cm | acryl op linnen | € 1.950,-
Vet
Elk huis had een snijbonenmolen. Die werkte perfect. Na een tijdje draaien had je een hele berg snippers. Kon je blote kindertjes in het gras mee maken: Snijbonen gemengd met witte bonen, met verse worst en bloemige aardappels. Je kon ze ook bewaren, dat noemden ze wecken, wij hadden in de kelder rijen glazen potten staan. Het gebruik van de snijbonenmolen moet je tegenwoordig uitleggen, dat zegt wel wat over tegenwoordig: Je klemde hem met een ingebouwde schroef op de rand van de tafel,
stak er met de ene hand steeds weer een snijboon in en draaide met de andere aan de slinger. Er klonk een “tsjak”-geluid en de snippers vlogen op de schone theedoek. Ondertussen praatte je gezellig met wie er maar in de buurt was. Het was dus een socio/technisch foodapparaat, en niet stuk te krijgen.
Mager
Ik durf het haast niet te zeggen maar de snijbonenmolen had niet eens een stekker. Alleen
als je heel handig was kon je er nog meer mee doen, bijvoorbeeld een spijker inslaan. Dat was een voordeel van z’n materiaal, ijzer, maar verder is ijzer nauwelijks hip te noemen. Van de associatie met moeders en oma’s in saaie schorten word je ook niet vrolijk. Terecht zijn ze uitgerangeerd. Maar onvergankelijk als ze zijn zullen ze het milieu voor eeuwig blijven vervuilen. Er schijnen trouwens mensen te zijn die die dingen sparen!
(tekst: Laurens van der Zee)